Zes tips tegen presentatiestress
Zes tips tegen presentatiestress
De Kerst en het nieuwe jaar komen er weer aan. Dat zijn momenten waar veel mensen zakelijk of privé een woordje moeten zeggen. Daar wordt vaak als een huis tegenop gekeken. Er bestaat veel angst voor het spreken voor groepen.
De afgelopen dertig jaar heb ik over de hele wereld meer dan 3.000 spreekbeurten gehouden. Presentaties geven is zo’n belangrijk onderdeel van mijn werk, dat mensen die me wat beter kennen verrast zijn als ik ze vertel dat me dat vroeger erg veel stress opleverde. Na mijn vierde wortelkanaalbehandeling wees mijn tandarts me erop dat ik ’s nachts waarschijnlijk lag te tandenknarsen. Hij raadde me aan een gebitsbeschermer te dragen. In de twee jaar daarna heb ik vier van die dingen doorgeknaagd. Gelukkig ging de technologische ontwikkeling sneller vooruit dan mijn gebit, zodat ik uiteindelijk een duurzamere beschermer kreeg. Toch had ik me er bijna bij neergelegd dat slapeloze nachten, eindeloos ijsberen en diverse pijntjes in mijn lichaam de prijs waren die ik voor mijn zelfgekozen carrière moest betalen.
Tien jaar geleden wist ik dat ik een nieuwe weg was ingeslagen toen ik werd uitgenodigd een groep succesvolle zakenlieden toe te spreken in de Radio City Music Hall in New York. De nacht ervoor sliep ik uitstekend. Toen de fluwelen gordijnen werden opgehaald en 6.000 strak in het pak gehulde zakenlieden me aankeken, hadden mijn eerdere angst en paniek plaatsgemaakt voor een gevoel van euforie en dankbaarheid.
Toen ik me realiseerde dat presentaties een onvermijdelijk aspect van mijn carrière zouden blijven, begon ik tactieken te ontwikkelen om er plezier in te krijgen in plaats van er tegenop te zien. Dit zijn zes strategieën die me daarbij enorm hebben geholpen.
1. Probeer geen indruk te maken, maar een cadeau te geven
Ik ontdekte dat een groot deel van mijn stress meer met mijn motieven dan met de spreekbeurt zelf te maken had. Ik vroeg me af wat mijn toehoorders van me zouden denken, in plaats van of ik iets nuttigs voor ze zou kunnen betekenen. Ik raakte gestrest, omdat het mijn doel was een goede indruk te maken, in plaats van goede informatie te geven. Ik stopte een keer op een parkeerplaats, onderweg naar een presentatie voor een team techneuten waar ik me veel zorgen over maakte. Ik vroeg me af: ‘Waarom doe ik dit?’ Terwijl ik het uitzicht in me opnam, verdween het beklemmende gevoel op m’n borst. Plotseling werd me iets duidelijk. Mijn missie ging niet over mij, maar over hen. Ik concentreerde me op de belangrijke ideeën die ik met hen wilde bespreken. Het kon me niet meer schelen of het vlekkeloos zou gaan. Ik hoopte alleen dat het goed genoeg zou gaan, zodat ze tevreden konden zijn dat ik hun iets nuttigs had gegeven. Nu ervaar ik veel minder stress, omdat ik bedenk dat ik zo’n presentatie niet geef om indruk te maken, maar om iets waardevols te geven.
2. Ga oefenen, maar overdrijf het niet
Ik merkte dat te veel oefenen averechts kan werken. Op een gegeven moment voegt het er niet zo veel meer aan toe om nog een uur aan je voorbereiding te besteden. Als je voorbereiding een obsessie begint te worden, wordt het tijd om het los te laten en even wat afleiding te zoeken. Als ik een nieuwe presentatie ga geven, dan oefen ik die drie keer. Eenmaal zodra ik de presentatie heb samengesteld, eenmaal de dag vooraf en nog eenmaal enkele uren voordat ik ‘op moet’.
3. Zorg voor rustmomenten
Drie weken voordat ik mijn eerste presentatie van drie uur ging houden, kreeg ik geen hap meer door mijn keel. Hoe kon ik voorkomen dat ik de draad zou kwijtraken bij zo’n lang verhaal? Later merkte ik dat een presentatie van 180 minuten een onoverbrugbare kloof lijkt, totdat je die opdeelt in blokjes van tien minuten. Dan wordt het veel minder angstaanjagend. Om te beginnen besloot ik mijn materiaal op te delen in kleinere bouwstenen, die ik op een logische manier kon samenvoegen.
4. Maak er een conversatie van
Wat me ook hielp, was het besef dat de afkeer van langdurige monologen bij het publiek minstens zo groot was als mijn angst om marathonsessies te moeten vullen. Je publiek haakt af als je verhaal eindeloos doorsuddert. Er zijn talloze slimme manieren om je publiek meer bij je presentatie te betrekken, waardoor je verhaal overtuigender en boeiender wordt voor je publiek en minder angstaanjagend voor jezelf. Dit heb ik met het vorige punt gecombineerd: ik deel mijn presentaties nu op in hapklare brokken die worden afgewisseld met korte, relevante activiteiten die je toehoorders op een passende manier bij de presentatie betrekken.
Met gerichte activiteiten kun je je publiek uitnodigen met je mee te denken, met je mee te voelen, je te helpen of iets uit te proberen. Je kunt bijvoorbeeld je deelnemers bepaalde gegevens voorzetten en hen vragen die inzichtelijk te maken (nadenken); een videofragment vertonen dat een bepaalde emotie over het onderwerp oproept (invoelen); iemand vragen een relevant citaat van een deskundige te lezen en er een reactie op te geven (helpen); of een bepaalde vaardigheid die je wilt overbrengen op een veilige en gestructureerde manier te oefenen (uitproberen). Ik hoor vaak dat groepen ‘van een bepaald niveau’ geen zin hebben om ‘mee te doen’. Dat is flauwekul. Ze willen niet ‘meedoen’ op een manier die ze als kinderachtig of nutteloos ervaren. Ze zijn echter dol op gestructureerde taken die relevant zijn voor het onderwerp en die hun het gevoel geven dat ze slim zijn en dat hun bijdrage wordt gewaardeerd.
Wanneer ik bijvoorbeeld de vaardigheden van onze Crucial Conversations-training met een team leidinggevenden ga oefenen, vraag ik hen eerst tweetallen te vormen. Daarna laat ik ze een videofragment over een botte arts zien, waarna ik ze vraag aan te geven hoe ze zelf in deze situatie zouden reageren. Ze moeten in één zin antwoord geven; ze weten dus dat ze geen hele toneelstukken hoeven op te voeren. Ik stimuleer hen het op een speelse manier te benaderen; het hoeft niet al te serieus. Deze interactie maakt goed duidelijk wat het onderwerp is waarmee ik met hen aan de slag wil gaan. Het is ook een goede manier om het ijs te breken. Bovendien is de aandacht dan even niet op mij gevestigd, zodat ik even rustig kan acclimatiseren.
5. Ken jezelf
Stress is op zich niet inherent aan het geven van een presentatie. Stress is doorgaans iets dat je zelf oproept, bijvoorbeeld doordat er een trauma van een pijnlijke ervaring wordt getriggerd. Je had bijvoorbeeld een solo in de afscheidsmusical van de basisschool, maar het publiek begon te grinniken omdat je alleen maar gepiep produceerde. Je brein legt meteen het verband met die gebeurtenis. Mettertijd drong het tot me door dat mijn eigen perfectionisme en mijn dorst naar wereldwijde erkenning de belangrijkste bronnen waren van mijn paniekaanvallen. Inmiddels heb ik geleerd dat mijn gemoedsrust en gevoel van eigenwaarde niet afhankelijk zijn van het realiseren van deze onhaalbare doelen. Dat maakt het veel gemakkelijker me te richten op het geven van een waardevol cadeau, in plaats van het gevoel dat ik indruk moet maken.
6. Werk aan je ademhaling
Psychologe Amy Cuddy gaf me een heel handig hulpmiddel om stress te lijf te gaan. Ze had met wetenschappelijke experimenten aangetoond dat je voor een belangrijke vergadering het gehalte aan stresshormonen in je bloed aanzienlijk kunt verlagen, door eenvoudigweg langzaam en diep adem te halen, terwijl je een stevige houding aanneemt (denk bijvoorbeeld aan je favoriete superheld). Dit kun je zelfs vlak van te voren doen op het toilet; dat kan enorm helpen als op het laatste moment de zenuwen je door de keel gieren.
Door de jaren heen hebben deze technieken me geleerd hoe ik een effectieve interactie met een groep kan aangaan, waardoor ik een presentatie die me vroeger veel stress gaf nu kan ervaren als een beleving die me zeer veel voldoening geeft. Naarmate ik er beter in slaagde van een afstandje naar mezelf te kijken en me te richten op zuivere bronnen van eigenwaarde, mijn ademhaling en de wil om te geven, is een spreekbeurt voor mij geen straf meer, maar een geschenk.